Weet je, er waart een dief rond. Een hele nare en brutale dief. Geen ordinaire inbreker die je tv meeneemt en misschien wat sieraden. Nee, een veel geniepiger en schadelijker dief. 

Deze dief berooft je op klaarlichte dag van je vreugde of van je zekerheid. Of erger nog van je vertrouwen op een betere toekomst.

Voor inbrekers hebben we goede afweer. Je kunt sloten plaatsen, dievenklauwen, of misschien zelfs camera’s plaatsen of hoge druk verfpatronen in de scharnieren zetten. Maar wat te doen met deze dief?

Dit soort stukjes zijn eigenlijk korte gesprekjes die min of meer per ongeluk op papier landen. Het is een omslachtige manier van tegen een hele hoop mensen tegelijk te zeggen: “God houdt van jou en wilt niet dat je dat vergeet”

Het zijn ook berichtjes van achter de frontlinie van elke dag, kleine steuntjes die je helpen om ook deze dag vast te houden aan wat Goed en Waar en Waard om na te streven is. Als je heel visueel bent ingesteld mag je je verbeelden dat er een duif bij je aan tafel geland is met een briefje om de linkerpoot. Je hebt moeite gedaan om dat er af te krijgen en nu zit je dat te lezen.

Ik lees de krant en ik ben bang. Bang dat er oorlog komt. Bang dat de prijzen omhoog gaan. Bang dat er morgen iets naars gebeurt.

Ik kijk tv en ben bang. Bang dat er weer niets leuk is op de 120 kanalen van mijn afstandsbediening. Bang dat ik een aflevering mis van die serie. Bang dat mijn favoriet niet wint in de kwis, de show of de wedstrijd die ik kijk.

Ik loop over de straat en ben bang. Bang dat ik raar gevonden wordt, bang dat de bus al weg is, bang dat er bij mij ingebroken wordt.

De hele wereld om me heen schijnt alleen maar dat ene woord te echoën. Ik begin steeds meer te begrijpen dat iedere keer dat er een engel naar ons gestuurd wordt “Niet bang zijn!” het eerste is dat uit hun mond komt.

Laten we eens een experiment doen. “

Iedere keer als je de krant openslaat of nieuws kijkt en je bang wordt, zeg dan tegen jezelf “Niet Bang zijn! God stuurt Goed Nieuws.”

Iedere keer als je op straat loopt te piekeren, zeg dan tegen jezelf “Niet Bang zijn! God stuurt Goed Nieuws.” Er komt een volgende bus; de hele wereld is raar, dus ik ook; waarom zou er ingebroken worden, de deur is op slot.

Aan die tv kan je weinig veranderen, hoogstens eens een keer uitzetten en rond de tafel eens een spelletje spelen met de mensen waar je van houdt. Ook dat kan Goed Nieuws zijn.

Vandaag is te mooi om bang te zijn, toch?

Weet je, we leven op een rare planeet in een vreemde tijd. We blijven rare wezens.

Als dat je beledigt, sorry, lees verder en je begrijpt hopelijk iets meer.

Als je het er mee eens bent, ook dan sorry. Lees verder en zie of je het begreep of er mee in stemt.

 

God schiep hemel en aarde. De hemel om zichzelf te bevatten, een oneindige voorraad Liefde en Wijsheid en de aarde voor al zijn plannen met die twee. Is dat niet geweldig?

Het is een week na Pinksteren. De discipelen zijn na de uitstorting van de Geest meteen in aktie gekomen. Ze ervaren dat ze niet langer verweesd zijn, maar dat God met hen optrekt. Ze mogen nu het leven met God verspreiden. God woont nu door Zijn Geest in mensen. De respons op het evangelie is groot. Wij hebben dezelfde taak als de apostelen, nl. Het voorleven van een christelijk leven en het vertellen over Jezus leven en daden. Er kwamen in de week na Pinksteren, door de bediening van de apostelen, vele mensen tot geloof. Er waren mensen uit allerlei windstreken in Jeruzalem. Zij namen hun pinksterervaring mee naar huis en vertelde erover. Zo ontstond op vele plaatsen evangelieverkondiging. Het ging snel.