Johannes 5:1-18

Jezus is onderweg naar Jeruzalem en bij de Schaapspoort, waar hij langs loopt, was een bad wat 'Bethesda' werd genoemd. Daar lag een menigte van zieken, blinden, kreupelen en verlamden die wachten op beroering van het water.

Stel je voor dat jij daar ligt, gespannen, vol hoop en verwachting…. maar ook vol wanhoop en twijfel. Velen liggen misschien wel veel dichter bij het water dan jij. Je hebt op deze plaats geen wiskundig talent nodig om voortdurend aan 'kansrekening' te doen. Er lag ook iemand die uitgerekend was omdat hij wist dat hij kansloos was. Al 38 jaar was hij ziek, hij viel in de categorie: verlamden. Al kwam het water in beroering, zijn benen kwam nooit in beweging om naar dat water toe te lopen. Hij had geen vrienden of mensen die hem wilde helpen om in het water te komen. Ik kan me nauwelijks in zijn situatie verplaatsen. Deze man is langer ziek dan ik met mijn 33 jaar leef.

Johannes 4: 1-42
 

Kort nadat Jezus in het openbaar trad, kwamen veel mensen bij hem om gedoopt te worden. Jezus doopte zelf niet, maar zijn discipelen wel.

Stel je voor je bent één van de discipelen van Jezus, dan moet dit een geweldige tijd geweest zijn. Hoofdstuk 4 opent met dat Jezus 'meer discipelen maakte' dan Johannes. Wow! Dit was absoluut een geestelijke opwekking en zij maakte er deel van uit! Geweldige opkomstcijfers, zeer vruchtbaar resultaat. Dopen is een feest! Misschien dachten ze wel na over hoe ze nog efficiënter zouden kunnen dopen, mensen sneller en makkelijker in en uit het water konden en werden de eerste discipelschap trainingen al gegeven…

En Jezus? Nadat hij hoorde dat het een issue werd dat hij meer discipelen maakte dan Johannes, verliet hij Judea en vertrok naar Galilea waarvoor hij door Samaria moest gaan. Samaria of all places…als er één plek was waar niemand een opwekking verwachtte dan was het Samaria! Toch gaat Jezus op het hoogtepunt van een succesvolle opwekking gewoon weg. Jezus rust uit bij de bron van Jakob en de discipelen gaan eten kopen in het dorp.

Psalm 149

1Halleluja!

Zing voor de HEER een nieuw lied,

roem hem te midden van zijn getrouwen.

2Laat Israël verheugd zijn over zijn machtige maker,

het volk van Sion juichen om zijn koning.

3Laten zij dansend zijn naam loven,

bij lier en tamboerijn voor hem zingen.

4Ja, de HEER vindt vreugde in zijn volk,

hij kroont de vernederden met de zege.

 

De uitdrukking: ‘Zing een nieuw lied voor de Heer’ komt regelmatig voor in de psalmen. Zo ook in de een-na-laatste psalm. Toen in de Bijbelse tijd een grote overwinning werd geboekt, of het volk van God iets heel bijzonders meemaakten, dan zongen ze een lied. Denk aan de liederen van Mozes en Mirjam, als het volk uit Egypte wordt gered en door de Rode Zee is getrokken (Exodus 15), maar ook aan het lied van Maria in Lucas 1:46-55.

“Maar Jezus vertrouwde Zichzelf aan hen niet toe, omdat Hij hen allen kende, en omdat Hij het niet nodig had dat iemand van de mens getuigde, want Hij wist Zelf wat in de mens was.” 

Johannes 2:24

Na het verhaal van de tempelreiniging schrijft Johannes deze opmerkelijke zin als introductie op het gesprek met Nicodemus. Hoewel velen in Jezus Naam geloofden op basis van wonderen die zij Jezus zagen doen, kon Jezus Zichzelf niet aan hen toevertrouwen. 

Het is niet verkeerd om op basis van wonderen tot geloof te komen. In Joh. 14:11 zegt Jezus zelf: “Geloof Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is, en zo niet geloof Mij dan om de werken zelf…”   Maar hoewel het kan beginnen met geloof op basis van dingen die Jezus doet, het transformeert altijd in relatie. “…en wie Mij liefheeft, hem zal Mijn Vader liefhebben; en Ik zal hem liefhebben en Mijzelf aan hem openbaren.” (Joh.14:21)

Ik heb eerlijk gezegd nooit zoveel met de psalmen gehad. Ik schaamde me er altijd voor, tot dat ik in het boek ‘De Bijbel die Jezus heeft gelezen’ van Philip Yancey, ontdekte dat hij er ook nooit zoveel mee had. In zijn hoofdstuk over de psalmen herkende ik mezelf: ‘ik begon de psalmen saai te vinden. Bovendien merkte ik dat er veel herhalingen in voorkwamen. Waarom, zo vroeg ik me af, stonden er honderdvijftig psalmen in de Bijbel? Zou de inhoud ook niet met vijftien psalmen kunnen worden weergegeven?’ (Yancey, p. 95)

Eindelijk vond ik iemand die verwoorde wat ik altijd al dacht! Het ingewikkelde aan de psalmen, vind ik dat ze geen logische denkbeelden vertegenwoordigen. Ik hou van een kloppend verhaal, een logische opbouw, een duidelijke boodschap en een eenvoudige conclusie. Maar in de psalmen staat niets van dit alles. Ze staan vol tegenstrijdigheden, ingewikkelde emoties en zo ontzettend veel herhalingen…