In de 40-dagentijd staan we stil bij het leven van Jezus. Wie was hij? Wat kwam hij doen? Wat kunnen we van en over hem leren? We doen dit aan de hand van de evangelist Johannes. Hij beschrijft wie Jezus was en wat hij kwam doen in zeven tekens. Deze week het derde teken: Genezing in het bad van Betzata (Johannes 5:1-15).
In Jeruzalem loopt Jezus langs de zuilengang bij het bad van Betzata (ook wel Bethesda genoemd). Daar ziet hij een man die al 38 jaar ziek is. Eens in de zoveel tijd komt het water in het bad in beweging. Degene die er dan als eerste in is, wordt genezen.
Als kind vond ik dit één van de mooiste en meest aansprekende verhalen op de zondagsschool. Het water dat in beweging komt, de race wie er het eerste is. Deze man die al 38 jaar verlamd is en niemand heeft die er voor kan zorgen dat hij er een keer het eerste is. En Jezus die de man geneest.
Later kwam ik erachter dat er nogal wat rauwe randjes aan dit verhaal zitten. Het is niet zo romantisch en eenduidig als ik vroeger dacht.
Het begint wel heel mooi met Jezus die uit de menigte van mensen die ziek, blind, kreupel en misvormd zijn juist deze man op het oog heeft. Na 38 jaar is er eindelijk iemand die zich om hem bekommert!
De wereld van deze man is klein geworden. Hij heeft geen idee wie hij tegenover zich heeft, hij heeft kennelijk nog nooit van Jezus gehoord. Terwijl Jezus toch niet voor het eerst in Jeruzalem of in de buurt van de Tempel is en daar al veel wonderen en tekenen verricht heeft.
Op de vraag of hij gezond wil worden komt een antwoord waaruit blijkt dat hij niet verder kan kijken dan zijn eigen wereldje. Hij denkt dat er maar één manier is om beter te worden: als eerste in het water zijn zodra het gaat bewegen. En hij klaagt dat hij niemand heeft die hem daarbij kan helpen.
Jezus lijkt hem abrupt te onderbreken: "Sta op, pak uw mat op en loop." Nergens wordt de man verweten dat hij zo’n kortzichtig wereldbeeld heeft ontwikkeld, nergens ook vraagt Jezus hem om te geloven. Zonder geloof, zonder enig zicht op wie Jezus is, wordt hij volledig door Hem genezen. Wat een wonder en wat een genade!
Pas als de man op weg is met zijn mat onder de arm horen we welke dag van de week het is. Het is sabbat en het dragen van spullen is op die dag verboden. De religieuze leiders zijn er dan ook als de kippen bij om de man aan te spreken op zijn gedrag. De man verschuilt zich achter het feit dat het hem is opgedragen door degene die hem genezen heeft en dat hij niet weet wie dat is. Als hij er even later (na het tweede gesprek met Jezus) achter komt dat het Jezus is, keert hij nota bene terug naar de religieuze leiders om het nog even door te geven!
Naar aanleiding van dit teken gaat Jezus met de religieuze leiders het gesprek aan. Maar veel helpt het niet. Vanaf nu zullen zij er steeds meer op gebrand zijn om Hem te vangen op zijn woorden en uiteindelijk ter dood te brengen. Dat begon allemaal met deze genezing op een sabbat van een man die er niet dankbaar voor lijkt te zijn.
Dit teken dat zo mooi en onvoorwaardelijk begon, eindigt daarmee in grijze, grauwe tinten. De man die zijn genezing om niet en zonder voorwaarden heeft ontvangen, blijkt onder druk en tegenstand niet zo’n rechte rug te hebben en liever te kiezen voor zijn eigen hachje. En de leiders van het volk kunnen het niet hebben dat Jezus hun interpretatie van de wet opzij schuift.
Het is gemakkelijk om vanuit onze luie stoel een oordeel te vellen over deze mensen en de keuzes die ze maken. Maar weten we wel zeker dat wij aan de goede kant zouden staan? En wat is dan de goede kant? Is het niet veel vaker zo dat we in eerste instantie een naïef en eenduidig beeld over een situatie kunnen hebben en er later achter komen dat het ingewikkelder ligt dan we dachten? En dat de scheidslijn tussen goed en kwaad niet tussen ‘ons’ en ‘hen' loopt, maar dwars door onszelf heen? Het is vaker grijs dan zwart-wit.
Jezus is gekomen in deze ingewikkelde wereld vol mensen die vaker grijs zijn dan ze lief is. Zonder verwijt luistert Hij naar onze verhalen, geneest ons, vergeeft ons. Onvoorwaardelijk.