Daarna kwam er een man uit Samaria langs. Toen hij dichtbij was gekomen en hem zag, kreeg hij medelijden met hem. Hij ging naar hem toe en verzorgde de wonden met olijfolie en wijn. Daarna verbond hij hem, zette hem op zijn ezel en bracht hem naar een herberg. Daar verzorgde hij hem verder. - Lukas 10 : 33-34
Geoefende Bijbellezers weten het direct: deze twee verzen zijn genomen uit een verhaal dat Jezus vertelde. Het verhaal over de 'barmhartige Samaritaan'. Het is voor gelovigen een overbekend verhaal. Een reiziger wordt overvallen en in elkaar geslagen. Bedekt met stof en zijn eigen bloed ligt hij in de hitte van het Midden Oosten te wachten op zijn dood. Achtergelaten voor de gieren.
Twee keer passeren hem andere reizigers. Beiden zijn religieus. Sterker nog: het is hun beroep. Ze hebben een functie in de tempel. Maar deze mensen, van wie je zou verwachten dat ze zich om het slachtoffer zouden bekommeren, lopen door. Ze bevestigen het beeld van hypocriete gelovigen.
Daarna komt er een Samaritaan langs. Over Samaritanen bestonden heel wat vooroordelen. Het waren een soort vijanden. Mensen van een andere groep, gedoogd, maar zeker niet geliefd. En uitgerekend die Samaritaan stopt en ontfermt zich over de arme reiziger en ontkracht zo de vooroordelen over zijn groep.
Of - eigenlijk doet Jezus dat, want Hij vertelt het verhaal.
'Je naaste liefhebben als jezelf', had Jezus gezegd, 'dat is wat God wil!' En nu stelt Hij de retorische vraag aan de mensen die naar het verhaal luisteren: 'Wie van deze drie is nu een naaste geweest voor de man die overvallen was?' De Samaritaan natuurlijk.
Heel lang heb ik gedacht dat ik moest zijn als die Samaritaan: ik moest mensen helpen. Anderen helpen, dat is wat Jezus wil. Later ben ik mij echter meer gaan identificeren met het slachtoffer: ik ben die man in het stof, ik heb hulp en liefde nodig. En soms krijg ik die van mensen van wie je dat het minst zou verwachten. Verfrissend om eens met die bril naar dit platgeslagen verhaal te kijken!
Recent las ik dat de Britse theoloog Samuel Wells hetzelfde zegt: wij zijn die Barmhartige Samaritaan niet. Hoe graag we dat ook zouden willen. Wij hoeven de wereld niet te redden. Nee, wij liggen in de goot. Wij zijn de behoeftigen. Wij verlangen naar diepe, betekenisvolle relaties, naar vergeving, naar verzoening, naar verandering, naar bevrijding, naar eeuwig leven. Jezus vertelt geen moralistische verhalen die ons aanmoedigen om een betere versie van onszelf te worden. Wij zijn niet de Barmhartige Samaritaan, nee Jezus is dat! En Hij treedt ons tegemoet en redt ons door de ander, van wie wij dat juist niet verwachten. (Bron: De Nieuwe Koers, december 2017)
Ik hoef mensen echt niet te idealiseren, maar sta ik open voor het idee dat in en door de gebrokenheid van de ander heen, Jezus mij iets zegt en leert en mij aanraakt?