We beginnen elke avonddienst altijd met een luisterlied. Meestal is dat een hymne of een lied van Sela of uit opwekking, maar deze keer zijn we begonnen met het lied Turn, turn, turn van The Byrds. In dat lied zetten zij de tekst van Prediker 3, een gedicht over de tijd, op muziek. Het is een prachtig, haast tijdloos gedicht over de betekenis van tijd:

Deze keer kijken we naar het thema ‘In het ritme van Jezus’. We hebben dit seizoen steeds geprobeerd om verkeerde denkbeelden over God te weerleggen en te vervangen door de goede. Vandaag gaat het niet zozeer over een denkbeeld dat we over God hebben, maar een denkbeeld dat we over tijd hebben. Het is een beeld dat je in de Bijbel niet zoveel zult vinden, want het is een behoorlijk modern beeld.

Wij beleven tijd namelijk heel anders dan de mensen in de tijd van Jezus. In de tijd van Jezus leefden de mensen volgens een natuurlijke tijd: ze leefden in het ritme van de seizoenen en met de opkomst en de ondergang van de zon. In het verhaal van de genezing van de blindgeborene (in Johannes 9) zegt Jezus:

Zolang het dag is, moeten we het werk doen van Hem die Mij gezonden heeft; straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen. (Joh. 9:4)

Dat is een metafoor die verwijst naar de tijd die komt waarin Jezus zal lijden en sterven. Maar hij werkt omdat mensen heel goed wisten dat je alleen bij daglicht kunt werken. Als het donker is kun je niet meer werken.

De uitvinding van het elektrische licht heeft dat patroon in onze tijd grondig doorbroken. Wij kunnen dag en nacht werken. Als het donker is, drukken we op het knopje en het licht gaat aan. Licht en donker bepalen niet langer het ritme van ons leven.

Daarnaast kijken wij ook anders tegen tijd aan. We leven niet meer met het ritme van de natuurlijke tijd. We leven met de klok. Ironisch genoeg waren het monniken in het klooster die daarmee begonnen. Zij wilden de tijd om te bidden graag goed afbakenen van de tijd om te werken. Ze begonnen er daarom mee om op vaste tijden de klok te luiden om de overgang van werken naar bidden aan te kondigen.

Maar daar is het niet bij gebleven! Toen we eenmaal geleerd hadden om de tijd in stukjes op te delen en te gebruiken, gingen we dat steeds vaker en steeds meer doen. En omdat de meesten van ons geen monniken zijn, trekken we in die blokjes tijd ook steeds minder tijd uit om te bidden.

Vandaag de dag leven we in een tijd waarin alles efficiënt moet. Arjen van Veelen is een journalist/schrijver die een aantal jaar in Amerika woonde. Na die tijd keerde hij terug naar Rotterdam. Maar daar viel hem iets op: de stad Rotterdam is ten prooi gevallen aan het streven naar efficiëntie: overal wordt de ruimte zo efficiënt mogelijk gebruikt. Niet efficiënte mensen of dingen moeten verdwijnen. En niet alleen onze stad valt ten prooi aan het streven naar efficiëntie, wij allemaal in deze tijd.

Alles moet snel, alles moet efficiënt en het liefst moet je meer dan één ding tegelijk doen. Als jaren horen we dat we dankzij allerlei slimme apparaten zoals de stofzuiger, de wasmachine en de magnetron veel efficiënter kunnen leven en tijd kunnen besparen. Maar uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde Nederlander - ondanks al die tijdbesparende apparaten - juist steeds minder echte vrije tijd heeft. Tijd om te lummelen, tijd om niets te doen, uit het raam te kijken, met vrienden door te brengen, met een boek op de bank, bij een voetbalwedstrijd of een film of noem maar op wat je leuk vindt.

We leven dus heel vaak in haast. Haast omdat we efficiënt willen zijn, maar ook haast omdat we ons zorgen maken: hebben we wel genoeg tijd om alles te doen, hebben we genoeg dingen en mogelijkheden etc.? We zijn de hypermoderne versie van de monniken geworden zeker nu we de smartphone kunnen gebruiken met allerlei apps om onze tijd nog slimmer in te delen of te controleren.
Maar één ding doen we niet meer: de monniken deelden hun tijd weliswaar in in vastomlijnde blokken, maar ze besteedden nog steeds zo’n vier tot vijf uur per dag aan gebed en meditatie. Wij komen daar niet meer aan toe. We zijn de hele dag druk en als we ’s avonds moe zijn van alle drukte, kunnen we de concentratie om te lezen of te bidden vaak niet meer opbrengen. Dan maar liever een serie op Netflix of iets anders dat onze tijd en aandacht verstrooit.

Wat zegt Jezus hierover? Nou niet veel, natuurlijk. Want het is een modern probleem dat Hij niet kende. Maar onder al die haast zit een dieper probleem, wat de mensen in Jezus’ tijd ook kenden: je zorgen maken. Zorgen over of er wel genoeg zal zijn. Als je wilt leren om te leven zonder haast, zul je vooral moeten leren om te leven zonder zorgen. En daar heeft Jezus veel over te zeggen, vooral in de Bergrede:

Daarom zeg Ik jullie: maak je geen zorgen over je leven, over wat je zult eten of drinken, noch over je lichaam, over wat je zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding? Kijk naar de vogels in de lucht: ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren; het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij? Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één dag aan zijn levensduur toevoegen? En wat maken jullie je zorgen over kleding? Kijk eens naar de lelies, kijk hoe ze groeien in het veld. Ze werken niet en weven niet. Ik zeg jullie: zelfs Salomo ging in al zijn luister niet gekleed als een van hen. Als God het groen dat vandaag nog op het veld staat en morgen in de oven gegooid wordt al met zoveel zorg kleedt, met hoeveel meer zorg zal Hij jullie dan niet kleden, kleingelovigen? Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? of: Wat zullen we drinken? of: Waarmee zullen we ons kleden? – dat zijn allemaal dingen die de heidenen najagen. Jullie hemelse Vader weet wel dat jullie dat alles nodig hebben. Zoek liever eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan zullen al die andere dingen je erbij gegeven worden. Maak je dus geen zorgen voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt wel voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.
Matteus 6:25-34

Als je wilt leren leven zonder haast of zonder zorgen, zul je bewust tijd moeten maken voor God. Dat kan door stilte en meditatie, maar het kan ook op andere manieren. Door te wandelen, door gericht naar bepaalde muziek te luisteren, door de tijd te nemen een goed boek te lezen of te luisteren. Dat is wat Jezus bedoelt als Hij zegt: “Zoek eerst het koninkrijk van God”. Tijd voor God maken helpt je om uit het ritme van haast, haast, haast te stappen en te leven in het hier en nu. Want wie haast heeft, is altijd bezig met het volgende ding dat gedaan of gekocht moet worden of het volgende moment dat gevuld moet worden. Maar wie bewust de tijd neemt om stil te staan bij het moment, om te leven in het hier en nu, doorbreekt de cyclus van haast.

Er valt heel veel te zeggen over dit onderwerp, veel meer dan ik in dit kleine moment kwijt kan. Maar ik wil nog één ding benadrukken: haast is de vijand van onze relatie met God. Het is de vijand van elke relatie. Je kunt een relatie niet ‘snel en efficiënt’ opbouwen. Een relatie vraagt tijd, tijd die je samen doorbrengt, tijd die je in de relatie steekt. Als je wilt groeien in je geloof is het dus belangrijk om haast uit je leven te weg te doen en tijd door te brengen met God. Laten we daarin het voorbeeld van Jezus volgen, die - hoe druk Hij het ook had - altijd tijd nam om zich terug te trekken voor gebed. Laten we leven in het ritme van Jezus.