De zeven hoofdzonden omschrijven niet Gods koninkrijk maar manieren waarop wij ons eigen koninkrijk proberen te bouwen. Daar tegenover staan verschillende deugden waarmee we leren om te leven in Gods Koninkrijk. Daarom kijken we een seizoen lang naar christenen uit de eerste eeuwen en hun omgang met de zeven hoofdzonden. Zo ontdekken we hoe de hoofdzonden de valkuilen vormen van onze eigen koninkrijkjes en de deugden de bouwstenen van een leven in Gods Koninkrijk.

 

Deze maand kijken we naar woede in aansluiting op wat Jezus ons leert over woede in de Bergrede (Matth. 5 : 21-26).

Over woede bestaan twee verschillende standpunten in de christelijke traditie:

  • er bestaat gerechtvaardigde woede (Thomas van Aquino)
  • alle boosheid is een zonde en zou vermeden moeten worden (Cassianus, zie ook de brief aan Jakobus (1:19,20))

Beide stromingen zijn het er over eens dat ontspoorde woede ten allen tijde een zonde is. In dit artikel kijken we naar de visie van Thomas van Aquino.

De visie van Aquino op woede

Bij Aquino komt goede woede komt voort uit liefde voor rechtvaardigheid en wordt gemotiveerd door liefde voor anderen. We worden boos als iemand die we liefhebben geraakt wordt. Dat kunnen we zelf zijn of een naaste (vaak een gezins- of familielid).

Boosheid loopt uit de pas het voor de verkeerde zaak vecht (niet voor rechtvaardigheid maar voor het eigen gewin) of als het op de verkeerde wijze wordt gebruikt.

  1. Vechten voor de verkeerde zaak: “Ik wil wat ik wil en wee je gebeente als je me daarbij voor de voeten loopt.” We voelen ons beledigd, miskend of in onze eer aangetast. Maar is dat ook terecht? Of maken we het groter dan het is? We kunnen onze woede daarnaast ook op de verkeerde persoon richten: we schoppen thuis de hond omdat we boos zijn over iets dat op het werk is gezegd of gedaan.
  2. Boosheid die op de verkeerde manier wordt geuit: te snel, te heftig, te lang
  1. te snel: we zijn lichtgeraakt en snel geïrriteerd over de kleinste dingetjes.
  2. te heftig: de bekende druppel die de emmer doet overlopen => een woedeuitbarsting over iets kleins of onbeduidends waar een wereld aan lang opgebouwde frustratie of irritatie achter zit.
  3. te lang: we weigeren te vergeven en blijven hangen in fantasieën over wraak en vergelding. Zulke fantasieën zijn vaak heel prettig om te hebben, maar uiteindelijk lijden we er zelf onder en niet de ander. Het is alsof je zelf rattengif drinkt en vervolgens wacht tot de rat zal sterven. 

Als we aan deze laatste vorm van ontspoorde woede lijden (onze woede niet kunnen loslaten) zijn we vaak ook vatbaarder voor de eerste twee vormen van ontspoorde, op de verkeerde manier geuite vormen van woede.

Gods woede

Ook God kan boos worden. Vaak hebben wij een heel verkeerd beeld van zijn woede dus het is belangrijk om hier goed naar te kijken. Gods woede wordt in het O.T. vooral beschreven in de Torah (de eerste vijf boeken) en bij de profeten. In de Torah gaat het vooral om Gods goede regels, het verbond dat God met het volk Israël sluit en hoe ze moeten leven. Bij de profeten gaat het over de vele manieren waarop de Israëlieten dat verbond schonden en de geboden overtraden. Gods woede daarover komt voort uit de ontrouw van het volk aan Hem en hun minachting voor de machtelozen, met andere woorden: als mensen zich niet houden aan het grote gebod om God lief te hebben boven alles en hun naaste als zichzelf.

Een voorbeeld van Jezus in boos worden

Ook Jezus kon boos worden, Hij lijkt daarin veel op God. We lezen over Jezus’ woede in Marcus 3:1-6

Weer ging hij naar de synagoge. Daar was iemand met een verschrompelde hand. Ze letten op hem om te zien of hij die op sabbat zou genezen, zodat ze hem zouden kunnen aanklagen. Hij zei tegen de man met de verschrompelde hand: ‘Kom in het midden staan.’ Aan de anderen vroeg hij: ‘Wat mag men op sabbat doen: goed of kwaad? Een leven redden of het vernietigen?’ Maar ze zwegen. Hij keek hen boos aan, maar ook diepbedroefd vanwege hun hardleersheid, en toen zei hij tegen de man die in het midden stond: ‘Steek uw hand uit.’ Hij stak zijn hand uit en er kwam weer leven in. De farizeeën verlieten de synagoge en gingen meteen met de herodianen overleggen hoe ze hem uit de weg zouden kunnen ruimen.

Waarom is Jezus boos? Jezus is boos omdat de farizeeën een gebrek aan liefde tonen voor hun medemens. Ze vinden hun eigen vroomheid en het volgen van hun regels rondom de sabbat belangrijker dan het welzijn van deze man. 

Jezus is boos omdat hij van de man met de verschrompelde hand houdt maar ook van de farizeeën. Hij is gefrustreerd over de hardheid van hun hart omdat ze God daarmee beletten hun harten te raken met Zijn liefde. 

En wat doet Jezus vervolgens met zijn boosheid? Scheldt Hij ze uit? Gooit Hij de zweep erover? Nee, Jezus zet het ze niet betaald maar Hij deinst ook niet terug. Hij geneest de man. Hij toont zijn liefde en herstelt de man. Hij doet wat goed is en in overeenstemming met Gods rechtvaardigheid. En Hij doet dat recht onder de ogen van de farizeeën, op hun eigen terrein en breekt daarmee hun zogenaamd rechtvaardige sabbatswetten. Tegenover hun koppige weigering om recht te doen en genade lief te hebben zet Hij een beeld van Gods liefde en gerechtigheid. Hij is daarin tevens een toonbeeld van zelfbeheersing.

Heilige en onheilige woede

Woede als heilige emotie heeft rechtvaardigheid tot doel en liefde als motivatie, zagen we al eerder. Zowel liefde als rechtvaardigheid zijn gericht op het belang van de ander. 

Onheilige woede is eigenzinnig en zelfgericht. Het beschermt zijn eigen zaak en zijn eigen eer ten allen tijde en tegen elke prijs. Losgezongen van rechtvaardigheid richt deze woede zich op het beschadigen van de ander in plaats van op het zoeken van het goede voor de ander. Dat is ook waarom Jezus in de Bergrede woede verbindt met moord en het zo sterk veroordeelt.

Zelfs als we boos zijn om de goede redenen is het nog steeds belangrijk om erop te letten dat we dat ook op de goede manier doen.

Waarom is woede zo’n verleiding voor ons?

Dat heeft te maken met onze angst om voor gek te staan of gekwetst te worden. Onze ego’s zijn kwetsbaarder dan we zelf vaak willen toegeven. Als ons kind niet direct luistert of onze collega kritiek op ons werk heeft nemen we dat vaak heel persoonlijk op. In deze gevallen komt onze woede vaak evenzeer voort uit angst als uit trots.

Woede geeft ons ook een gevoel van controle en geeft ons het idee dat we, door boos te reageren, tenminste nog iets kunnen doen. Daarom kunnen we ook in tijden van verdriet wel eens boos uitvallen tegen andere mensen of tegen God.

Wat kunnen we doen om onze woede binnen de perken te houden?

Woede heeft veel te maken met onze verwachtingen. Als we iets aan onze woede willen doen is het dus heel belangrijk om na te gaan of onze verwachtingen wel realistisch zijn. Het loopt nu eenmaal niet altijd zoals wij willen.

Gevoel voor humor is het tegenovergestelde van een reactie uit woede. Wie met humor naar zichzelf of de situatie kan kijken neemt als vanzelf een beetje afstand van zichzelf en zijn eigen rechten in de situatie.

Omdat we woede ook in en met ons lichaam ervaren kan het helpen om goed voor jezelf te zorgen. Luister naar kalmerende muziek, ga sporten en bewegen, eet gezond en zorg voor voldoende slaap. Hiermee bestrijd je echter vooral de symptomen van woede.

De wortel van woede

Ten diepste is woede een probleem van het hart en het verstand. Om een patroon van woede in je leven te doorbreken heb je een verandering van je hartsgesteldheid en in je denken nodig. Zoals bij elke hoofdzonde vormt trots de wortel van woede. We moeten daarom onder ogen komen wat onze aannames zijn over wie we denken te zijn, hoeveel controle we over ons leven willen hebben of denken te hebben, wanneer we ons bedreigd voelen en wat ons een gevoel van veiligheid geeft. 

De deugden die tegenover woede staat zijn vriendelijkheid en volharden in liefde. Deze zijn niet geworteld in trots (dat alles zelf in de hand wil houden) maar in een diep vertrouwen op God en op zijn handelen. Hoe zou onze gewoonte om boos te worden veranderen als we meer gefocust zouden zijn op Gods rechtvaardigheid en zijn controle over de dingen in plaats van op onze eigen eisen en ons vermogen om deze veilig te stellen tegen alle mogelijke bedreigingen?

Als je de deugd van vriendelijkheid ontwikkeld hebt in je leven ben je de baas over je woede in plaats van andersom, dat je woede de baas is over jou en je overvalt. Als we reageren uit woede willen we dat de dingen gaan zoals wij willen. Als we geleerd hebben onszelf te beheersen kunnen we zeggen: “Uw wil geschiede.”