In september 2016 heeft ds. Stephen Overduin een prekenserie gehouden over de zeven hoofdzonde. Achtergrond materiaal bij deze preken was het boek Glittering Vices van Rebecca Konynendyk DeYoung. Van dit Engelstalige boek is een samenvatting in het Nederlands gemaakt.

Prekenserie ds. Stephen online luisteren

 

Glittering Vices

Glittering Vices

Uitgebreide samenvatting van het boek
Door Marleen Vogelaar

Hoofdstuk 1: Geschenken uit de woestijn, oorsprong en geschiedenis van de hoofdzonden

In de eerste eeuwen van het christendom trokken gelovigen zich soms voor een tijd terug in de woestijn om daar in eenzaamheid tijd met God door te brengen. In de vierde eeuw schreef Evagrius als eerste over de verschillende vormen van geestelijke strijd die deze monniken tegen kwamen. Hij deed dit om nieuwe monniken voor te kunnen bereiden en andere monniken te helpen. In het werk van Evagrius vinden we de eerste opsomming van acht aanvechtingen/ demonen waar monniken tegen te strijden hadden. Zijn werk was gebaseerd op de ervaringen van woestijnmonniken.

Cassianus, een leerling van Evagrius, paste deze lijst aan en maakte hem geschikt voor monniken die in kloosters leefden. Zijn boeken werden veel gelezen binnen en buiten de kloosters. Zo kreeg de lijst van hoofdzonden een bredere ingang binnen de Westerse kerk.

Paus Gregorius de eerste (Gregorius de Grote) bracht de lijst terug van acht naar zeven hoofdzonden, met trots als de wortel van al deze zonden. Zijn boek werd ruim zes eeuwen gebruikt als standaard en bevat naast de lijst van zeven hoofdzonden ook een lijst van zeven deugden en zeven gaven van de heilige Geest.

In de dertiende eeuw geeft Thomas van Aquino in zijn standaardwerk Summa Theologiae een overzicht van de ontwikkeling van de lijst met deugden en hoofdzonden. Dit gedeelte van de Summa was in de eeuwen daarna het standaard naslagwerk m.b.t. de deugden en de hoofdzonden.

De lijst met zeven hoofdzonden was mede zolang populair vanwege de herkenbaarheid en de toepasbaarheid in het leven van vele gelovigen. De lijst is echter niet gebaseerd op een onderbouwing vanuit bijbelse teksten. Tijdens de Reformatie verloor deze lijst onder protestantse christenen dan ook veel van zijn aantrekkingskracht. Protestantse christenen gingen zich baseren op andere lijsten zoals de Tien geboden en de vruchten van de Geest. Daarnaast waren zij bang voor 'werkheiligheid' en concentreerden zich op de rechtvaardiging door Christus, wat een tweede reden was dat de zeven hoofdzonden buiten beeld raakten.

De zeven hoofdzonden waren in de eerste plaats bedoeld als hulpmiddel bij zelfonderzoek en morele karaktervorming. Ze heten hoofdzonden omdat ze ieder aan het hoofd staan van een groep bij elkaar horende zonden die voortkomen uit deze zonde. Vaak wordt hier het beeld gebruikt van een boom met trots als wortels en stam die uitloopt in zeven takken die op hun beurt zich weer vertakken in talloze andere kleine takken.

De lijst van zeven hoofdzonden zijn niet de meest voorkomende zonden of de meest erge/ dodelijke zonden. Het zijn de (categorieën van) zonden die de meeste aantrekkingskracht op mensen uitoefenen. Het zijn de zonden die ontstaan als mensen op zichzelf goede dingen op de verkeerde tijd of wijze proberen te verkrijgen.

Hoofdstuk 2 Afgunst

Afgunst gaat verder dan jaloezie. Bij jaloezie gaat het vaak om (materiële) dingen die iemand anders heeft en die jij ook graag wilt hebben. Afgunst gaat verder. Niet alleen wil je hebben wat de ander heeft aan dingen, talenten of mogelijkheden, je wilt ook dat de ander ze niet meer heeft. Je bent pas tevreden als jij het hebt en de ander niet meer.

Afgunst komt voort uit een houding die het leven opvat als een wedstrijd en die de eigenwaarde van een mens afmeet aan wat hij heeft aan spullen en/of mogelijkheden. Er ligt vaak een gebrek aan zelfliefde en een gevoel van minderwaardigheid aan ten grondslag. Afgunstige mensen benaderen de wereld zwart-wit en vijandig: er kan er maar één gelukkig zijn, als jij het bent, ben ik het niet en andersom. Ook denken ze vaak dat de situatie hen overkomt: het lot of God is de ander goedgezind geweest, maar de afgunstige persoon niet. Hun boosheid hierover richt zich uiteindelijk dan ook op deze derde instantie (God/het lot) die hen zo onheus heeft bejegend. Afgunst is in strijd met het gebod om je naaste lief te hebben als jezelf. Vanwege de zelfhaat waar de afgunstige aan lijdt kan hij geen van beiden: hij kan noch zichzelf liefhebben, noch de ander. Afgunst betekent dat je ontevreden bent met je plek in Gods schepping wat zich er in uit dat je de ander zijn/haar gaven die hij/zij van God ontvangen heeft, misgunt. De wortel van afgunst is trots omdat de afgunstige zich het recht en de verantwoordelijkheid toeëigent om zijn eigen plek in Gods schepping op te eisen en zijn eigen waarde te bepalen door de rivaal te overtroeven. Afgunst is een geestelijk probleem dat vraagt om een geestelijke oplossing. Om over afgunst heen te komen moeten we leren dat God onvoorwaardelijk van ons houdt om wie we zijn, niet om wat we kunnen of hebben. Daarnaast moeten we leren om de ander lief te hebben als onszelf. In praktisch opzicht kunnen de volgende zaken daarbij helpen:

  • schenk aandacht aan het algemeen belang en aan zaken waar iedereen van kan genieten zonder dat er sprake is van competitie, denk bijvoorbeeld aan het samen genieten van mooie muziek of een mooi uitzicht
  • verricht kleine daden van liefde voor andere mensen, bij voorkeur onopgemerkt door anderen
  • leer jezelf zien door de ogen van God

Tenslotte moet afgunst niet worden verward met ambitie. Mensen met ambitie willen aan zichzelf werken en nemen de ander als rolmodel om te kijken waar ze zichzelf kunnen verbeteren.

Hoofdstuk 3 Zelfingenomenheid

Zelfingenomenheid is het buitensporige en ontspoorde verlangen naar erkenning en goedkeuring door anderen. Het is een verleiding die op alle terreinen van het leven de kop op steekt (school, werk, sport) en ook - of misschien zelfs - bij mensen die een deugdzaam en goed karakter hebben. We zijn er vatbaar voor als onze goede kanten of daden ongezien of niet geprezen blijven. Zelfingenomenheid wordt vaak verward met trots. Op sommige lijstje van hoofdzonden worden ze met elkaar verwisseld of afwisselend gebruikt. Het zijn beiden 'geestelijke' zonden die zich richten op geestelijke zaken en niet zozeer op materiële zaken. Maar trots richt zich op het uitblinken zelf (t.o.v. anderen) en zelfingenomenheid op de erkenning van het uitblinken. Voor wie zelfingenomen is geldt: image is everything.

Ook moet, volgens Aquino, zelfingenomenheid niet worden verward met ambitie (in de negatieve zin van dat woord). Zondige ambitie is het buitensporig zoeken naar eer en erkenning voor een op zichzelf goede eigenschap of daad. Trotse mensen willen ergens de allerbeste in zijn, ambitieuze mensen streven naar eer en erkenning door de 'juiste' personen en zelfingenomen mensen willen

gewoon een groot publiek om door gezien te worden. De trotse mens wil de beste film ooit regisseren, de ambitieuze mens wil voor de door hem geregisseerde film de beste kritieken van de meest vooraanstaande recensenten, de zelfingenomen regisseur wil gewoon een film maken die aandacht genereert, het onderwerp van de film mag daarbij plat en smakeloos zijn, zolang de kijkcijfers maar hoog zijn.

In hun streven om een goede indruk te maken negeren zelfingenomen mensen vragen als: hoeveel waarde heeft dit werkelijk? Hoever wil je gaan om indruk te maken? Op wie wil je eigenlijk indruk maken en waarom?

Volgens Aquino is onbaatzuchtigheid de tegenhanger van zelfingenomenheid. Onbaatzuchtige mensen streven naar het vormen van een goed karakter omdat ze weten dat God hen daartoe roept. Onbaatzuchtige mensen stralen Gods goedheid en schoonheid uit in deze wereld.

Op zichzelf is de menselijke behoefte aan erkenning en goedkeuring geen zonde. Het wordt pas zondig als de behoefte ontspoort en mensen op de verkeerde wijze erkenning zoeken of voor de verkeerde dingen.

Zelfingenomenheid is een grote valkuil voor christenen die werk willen maken van hun geestelijke groei. Niet alleen kun je vatbaar zijn voor de complimenten van anderen, je kunt ook in je eigen fantasie een publiek creëren dat je complimenteert met je vooruitgang. Zelfingenomenheid overwinnen lijkt daarom op het pellen van een ui: als je een laag hebt verwijderd kom je weer een nieuwe laag tegen.

Remedies tegen zelfingenomenheid: je plaats in het centrum van de aandacht opgeven, beseffen dat het niet allemaal (alleen) om jou draait, nederigheid, overgave, oprechtheid, waarachtigheid en dankbaarheid. Zaken die daarbij kunnen helpen zijn stilte, eenzaamheid en vasten.

Stilte: laat je daden voor zichzelf spreken en stop ermee jezelf te verantwoorden of te verdedigen. Eenzaamheid: heb oog voor de ongemakkelijkheid die je bij jezelf kunt voelen als je je daden niet langer in een mooi daglicht stelt. Richt je in plaats daarvan op God en op zijn liefde en waardering voor ons.

Vasten: kijk niet langer naar reclames, volg de mode in kleding of auto's niet langer op de voet, stop met funshoppen.

Hoofdstuk 4 Gemakzucht

"God houdt van ons zoals we zijn, maar hij houdt te veel van om ons te laten zoals we zijn."
Anne Lamott, Traveling Mercies

In de huidige tijd wordt deze hoofdzonde vaak gelijkgesteld met luiheid. Dat is niet terecht. In plaats van lui zijn ten opzichte van de eisen die werk of verplichtingen aan ons opleggen, gaat de hoofdzonde van gemakzucht over lui zijn ten opzichte van de eisen die de liefde aan ons stelt. Deze hoofdzonde heeft dan ook verstrekkende gevolgen: het bedreigt onze toewijding aan God en zorgt ervoor dat deze gaat voelen als een eindeloze, saaie en/of ondraaglijke last. Thomas van Aquino definieert deze zonde als weerstand tegen Gods goedheid in ons. Deze weerstand kan zowel door luiheid als juist door rusteloze (hyper)activiteit tot uiting komen.

Toegewijd zijn aan een duurzame relatie vraagt een dagelijkse inspanning in talloze en veelal kleine daden. Het (verder) ontwikkelen van onze identiteit in Christus is een levenslang project waarin wij samenwerken met God (heiliging). In een notendop betekent gemakzuchtig zijn dat we de vreugde weerstaan die we zouden moeten voelen over het feit dat we één zijn met God en hem toegewijd zijn in liefde. In plaats van ons te verheugen over Gods aanwezigheid in ons, irriteren we ons eraan en verzetten ons tegen de aanspraken die Gods liefde op ons heeft. Liever dan bereid te zijn om onszelf toe te wijden aan het ontwikkelen en verdiepen van onze relatie met God verzetten we ons tegen de eisen die aan ons gesteld worden. Gemakzucht is het innerlijke verzet tegen de eisen die Gods transformerende liefde aan ons stelt. Daarom hoort gemakzucht thuis in het rijtje van de hoofdzonden.

Het effect van gemakzucht is tweeledig:

  1. We gaan mensen en activiteiten vermijden die ons (kunnen) confronteren met onze identiteit in Christus: bidden, bijbel lezen, kerkdiensten etc.
  2. Het bewerkstelligt een innerlijke muur van verzet tegen het liefhebben van de ander en de eisen die dat aan ons stelt.

De gemakzuchtige persoon probeert geluk na te streven en tegelijkertijd de dagelijkse eisen van zichzelf opofferende liefde te vermijden.

Het bestrijden van gemakzucht vraagt om overgave aan God en om stabilitas loci (blijven waar je bent). Dit laatste vraagt om standvastige toewijding en dagelijkse discipline ook als je er niets bij voelt. Weersta de aandrang om op te geven. Zoek niet naar afleiding of een (al dan niet gemakkelijke) uitweg.

Hoofdstuk 5 Hebzucht

Hebzucht is te gehecht zijn aan geld en/of goederen. Het vertrouwen dat geld ons gelukkig zal maken en zekerheid zal geven ondermijnt ons vertrouwen op God.

Het tegenovergestelde van hebzucht is verkwisting. De bijbehorende deugd die het midden houdt tussen deze twee is vrijgevigheid. Vrijgevigheid gaat niet over hoe veel we geven, maar over hoe (makkelijk) we geven.

Waarom is het moeilijk iets (geld) weg te geven?

  1. We hebben er hard voor gewerkt om het te krijgen.
  2. Ervaringen van geleden gebrek in het verleden.

De innerlijke gebondenheid door hebzucht wordt zowel in het vergaren als in het geven zichtbaar. Hebzucht is een innerlijk probleem, maar het blijft niet verborgen. Onze patronen van vergaren en weggeven onthullen wat de diepste drijfveren van ons hart zijn. Hoe voelen we ons als we meer geld (kunnen) gaan verdienen of als we iets voor onszelf kopen?

Hebzucht is een zonde jegens onze naaste omdat de overvloed van de één leidt tot het gebrek van de ander in een wereld waarin (bepaalde) goederen schaars zijn en maar door één persoon tegelijk kunnen worden bezeten. Hebzucht miskent daarmee de behoeften van anderen en kan leiden tot apathie en onverschilligheid tegenover anderen.

Hebzucht heeft als doel de bereidheid om mensen te gebruiken om onze liefde voor geld te dienen in plaats van geld te gebruiken om onze liefde voor mensen te dienen.

Mensen worden verleid tot hebzucht omdat het ons de illusie biedt van zelfvoorzienend zijn. We riskeren daarbij te verleren om op God te vertrouwen dat hij zal voorzien. Het maakt hebzuchtige mensen trots dat ze voor zichzelf kunnen zorgen. Zo is ook van deze hoofdzonde trots de wortel. Hoe kunnen we bevrijd worden uit de greep van hebzucht?

  • Neem een pauze in je koopgedrag: een maand lang niet winkelen, geen advertenties kijken, niet op internet shoppen/zoeken of een jaar lang je uitgaven op hetzelfde peil houden ook als je inkomsten toenemen.
  • Het geven van tienden, bij voorkeur met regelmaat (maandelijks/wekelijks), zodra je geld binnen is en niet pas als er iets is overgebleven.

Hebzucht is de verleiding om zelf onze veiligheid te bewerkstelligen in plaats can te vertrouwen dat God zal voorzien. De vrijheid om vrijgevig te leven is gebaseerd op de overtuiging dat niet alleen onze spullen maar ook wijzelf God toebehoren.

Hoofdstuk 6 Woede

Het verschil tussen gerechtvaardigde woede en zondige woede:

Gerechtvaardigde woede richt zich op het verkrijgen van gerechtigheid en wordt gemotiveerd door liefde.

Zondige woede vecht (meestal op oneerlijke wijze) voor zijn eigen, zelfzuchtige, gelijk.

Verkeerde redenen om boos te worden:

  1. Een verkeerd doel voor onze boosheid. We willen onszelf beschermen en rechtvaardigen. We kunnen niet verdragen dat iets niet gaat zoals wij willen. Onze boosheid hierover kunnen we maar al te goed voor onszelf rationaliseren en rechtvaardigen! Vaak worden we daarbij ook buitensporig boos en reageren we dit af op de verkeerde persoon (je bent boos op je baas en je schopt je hond).
  2. Een verkeerde manier van uiten van onze boosheid:
    • Geïrriteerd en geprikkeld reageren op je omgeving
    • Woede-uitbarstingen, de bekende druppel die de emmer doet overlopen
    • Het koesteren van wrok en bitterheid

De woede van God wordt voornamelijk beschreven in de Pentateuch en de profeten. De redenen voor Gods boosheid zijn dat hij liefdevol en rechtvaardig is. Zijn boosheid ontstaat wanneer mensen aan andere mensen (of aan hem) niet geven wat diegene toekomt. Met andere woorden:

wanneer ze niet liefhebben. In het NT geldt dit ook voor Jezus. Christenen worden opgeroepen om de wraak aan God over te laten.

Om woede heilige woede te laten zijn moet het gerechtigheid als doel hebben en liefde als motivatie. Zowel liefde als gerechtigheid zijn gericht op de ander. Gerechtigheid maakt zich druk om wat de ander toekomt, liefde is gericht op heling en het recht zetten van zaken. Zo houdt de liefde de woede in toom.

Aquino beschrijft als tegengestelde deugd bij woede zachtmoedigheid, maar dit kan beter worden omschreven als zelfbeheersing.

Woede is op een heel diep niveau verbonden met onze liefde voor onszelf en dan met name met onze angst om voor schut te staan en onze behoefte aan veiligheid. De neiging om (te) boos re worden komt vaak voort uit onze kwetsbaarheid en angst. Door met groot vertoon van woede te reageren overschreeuwen we dit. Met onze woede proberen we ironisch genoeg de grip op zaken vast te houden (terwijl we meestal de grip op onszelf verliezen!). Ook gebruiken we woede om andere emoties, zoals verdriet, af te dekken. Het is prettiger om je boos te voelen dan om je hulpeloos te voelen.

Het tegengif voor woede:

Houd een week lang een dagboek bij waarin je je woede en de redenen voor je woede beschrijft. Geef elk voorval een cijfer van 1 t/m 5, afhankelijk van de grootte van je woede. Leg het dagboek een week weg en lees daarna nog eens terug waarom je boos was. Ben je nog steeds (net zo) boos over de beschreven voorvallen en vind je, achteraf gezien, je boosheid terecht?

Omgaan met woede komt voor een groot deel neer op leren omgaan met onrealistische verwachtingen. Een goed gevoel voor humor, en vooral het vermogen om om jezelf te kunnen lachen, helpt daarbij. Humor relativeert.

Woede uit zich via ons lichaam. Goede zorg voor ons lichaam is daarom ook belangrijk: voldoende eten, slapen en ontspannen helpt woede te beteugelen. Diep adem halen, tot tien tellen of weg lopen uit de situatie kunnen ook passende oplossingen zijn.

Wie gemotiveerd door trots op zichzelf vertrouwt creëert de angst die (vaak) ten grondslag ligt aan woede. Op deze wijze is ook woede als hoofdzonde geworteld in trots.

Zachtmoedigheid en nederigheid zijn twee kerndeugden om woede mee te bestrijden. Zij zoeken niet zichzelf maar de ander.

Als we bij het bestrijden van ongerechtigheid erkennen dat wij niet de rol van God op ons kunnen nemen kan onze woede een rol spelen in een wereld die snakt naar gerechtigheid en herstel. Woede geeft ons dan de energie om zaken aan te pakken.

Hoofdstuk 7 Gulzigheid

Gulzigheid gaat niet over hoeveel we eten maar over hoeveel plezier we beleven aan eten en waarom we eten. Plezier beleven aan eten is normaal, maar als (de behoefte aan) plezier te sterk wordt ontaardt het in gulzigheid.

Gulzigheid kan verschillende vormen aannemen. Twee ervan gaan over wat we eten: kieskeurigheid en overdadig/luxueus eten. Mensen die kieskeurig zijn over hun eten verwachten hun plezier in eten alleen maar van bepaald voedsel en willen daarom alleen dat voedsel eten, Mensen die overdadig eten eten graag voedsel dat hen een plezierig gevoel van gevuld zijn geeft: vlees, vet, suiker. Bij deze vorm van gulzigheid gaat het er niet alleen om dat het eten lekker is, maar ook dat het een prettig gevoel van verzadiging biedt.

De overige drie vormen van gulzigheid gaan over hoe we eten: te snel, te gulzig, te veel. Deze drie komen meestal samen voor. Het zijn de mensen die blijven eten ook als hun lichaam verzadigd is en die op een feestje direct veel eten op hun bord leggen omdat ze bang zijn dat ze anders te weinig krijgen, maar zo weinig of niets overlaten voor een ander.

Gulzigheid legt de focus op lichamelijk plezier. Maar lichamelijk plezier leidt per definitie niet tot volledige en blijvende voldoening:

  1. Lichamelijke behoeften kunnen slechts tijdelijk worden bevredigd. Na het eten krijg je weer honger, na het slapen word je weer moe.
  2. Als mensen hebben we niet alleen een lichaam met behoeften, maar ook geestelijke behoeftes. Die hebben ook aandacht nodig. De gulzigaard traint alleen zijn vermogen om van materiële zaken te genieten. Hij verleert om aandacht te schenken aan zijn geestelijke behoeften.

God heeft eten en drinken geschapen en het is zijn bedoeling dat we ervan genieten. Hoe leren we het onderscheid te maken tussen de goede en de verkeerde manier van genieten? Net als bij elke deugd ligt ook deze deugd in het midden. Enerzijds moeten we vermijden te veel gehecht te zijn aan het plezier in eten, anderzijds moeten we ook vermijden dat we eten reduceren tot slechts een lichamelijke noodzaak.

Praktische adviezen van Augustinus:

  1. Draagt ons eten bij aan onze gezondheid?
  2. Past ons eten bij de mensen met wie we samen leven en eten? Houd je er rekening mee als iemand in je directe omgeving iets niet kan of mag eten?
  3. Past ons eten bij onze roeping? Nemen we bij onze overwegingen over wat en hoe we zullen eten ook mee wie we zijn en wat onze taak is? Kunnen we afzien van het plezier in eten als dat door omstandigheden noodzakelijk is?

Deze richtlijnen helpen ons om te leren dat vasten en feesten beiden deel uit maken van het normale christenleven.

Gulzigheid wordt het beste bestreden door te vasten. Traditioneel vastten christenen voor de grote feesten: de 40-dagentijd en advent. Door samen te vasten houd je elkaar scherp en gemotiveerd. Van vasten kun je twee dingen leren:

  • Door bepaalde soorten voedsel een tijdje op te geven of niet te eten tot je verzadigd bent, leer je eenvoudig eten weer waarderen en er tevreden mee te zijn.
  • Het afzien van het bevredigen van lichamelijke behoeften vergroot onze opmerkzaamheid voor onze geestelijke behoeften. Ook leren we onze afhankelijkheid van God beter te zien.

Hoe is gulzigheid geworteld in trots? De gulzigaard streeft naar geluk dat hij zelf kan bewerkstelligen, niet naar wat God wil geven. Hij wil grip houden op het bereiken van zijn geluk, dat is een vorm van trots.

Daarnaast draait het bij gulzige mensen vaak om henzelf. Ze beseffen onvoldoende dat "de mens niet leeft van brood alleen". Als je echter uitsluitend streeft naar het vervullen van lichamelijke/ materiële behoeften zul je nooit een diepe, blijvende vervulling vinden.

Hoofdstuk 8 Wellust

De mogelijkheid om seksueel opgewonden te raken en te verlangen naar seksueel genoegen is door God aan de mensen gegeven. Wellust is de ontspoorde versie van wat als goed en mooi is bedoeld.

Wat is seks en waar dient het voor?

  1. Seks is ontworpen om twee mensen samen te binden die zo "één vlees" worden.
  2. Seks is ontworpen om nieuwe mensen voort te brengen.

Kortom: bij seks draait het om liefde en leven. Wellust daarentegen doet het voorkomen alsof seks en seksuele genoegens een feestje voor één zijn. Wellust laat seksuele gevoelens volledig om het individu draaien. In wellust wordt seksueel genoegen gescheiden van liefde en wederzijdse overgave. Daarom degradeert wellust seks tot niet meer dan een fysieke activiteit.

De dynamiek van wellust lijkt op die van gulzigheid. Beide zijn dan ook hoofdzonden die gericht zijn op lichamelijke genoegens. En net als bij gulzigheid kan ook bij wellust het lichamelijk genot de mens niet blijvend en volledig vervullen.

Wellust is de poging om je eigen genot te creëren op jouw tijd en volgens jouw voorwaarden. Hiermee is wellust geworteld in trots. De wellustige mens wil autonoom zijn en zelf voor zijn eigen geluk zorgen.

Wanneer we iets herhaaldelijk misbruiken zullen we merken dat we het vermogen verliezen om ware goedheid te waarderen. De kwaliteit van ons seksueel genoegen en het vermogen ervan om vervullend te zijn hangt af van de activiteit waarmee we het willen bereiken. Wellust houdt ons de eeuwig lege belofte voor dat vervulde seksuele genoegens mogelijk zijn zonder toewijding en intimiteit. Uit onderzoeken blijkt echter keer op keer dat mensen in duurzame relaties het meest tevreden zijn over de kwaliteit van hun seksleven.

Er wordt beweerd dat wellust niemand schade toebrengt. Maar dat is niet zo. Wellust vindt altijd plaats binnen de sociale verbanden waarbinnen je leeft en er raakt altijd iemand beschadigt ook al ben je dat alleen zelf. Er loopt een verbinding tussen ons lichaam en onze ziel. Wat we doen met de één heeft invloed op de ander omdat we lichaam en ziel niet kunnen scheiden. Daarbij geldt voor de christen dat ons lichaam een tempel is van de heilige Geest.

Wellust speelt zich voor een groot deel af in onze fantasie. Dit heeft er mede mee te maken dat wellust graag de werkelijkheid zoals die is ontkent.

Om wellust te bestrijden hebben we reinheid nodig. Reinheid gaat verder dan regels over wel of geen seks voor het huwelijk. De bijbel verbiedt niet alleen seksuele gemeenschap buiten het huwelijk maar elke vorm van seksuele immoraliteit inclusief ongeoorloofde seksuele gedachten, verlangens en fantasieën. Als christen zijn we geroepen om zowel ons hart als onze gedachten rein te houden.

Wellust gedijt in eenzaamheid en afzondering. Om wellust effectief te bestrijden moeten we ernaar streven om deel uit te maken van een groep en plekken creëren waar ruimte is voor openheid en waar mensen verantwoording aan elkaar af kunnen leggen.

Daarnaast moeten we onze gedachten vullen met goede, mooie en zuivere zaken. We moeten hier actief mee bezig zijn en ons hoofd niet zomaar laten vollopen met wat toevallig voorbij komt. Ook moeten we ver uit de buurt blijven van seksuele verleidingen in plaats van te proberen tot het randje te gaan en dan verbaasd te zijn dat we niet sterk genoeg waren om de verleiding te weerstaan.

Reinheid is niet iets dat je alleen maar nodig hebt als je op zoek bent naar een partner of surft op het internet. Het is iets dat deel uit moet maken van ons karakter en ons op alle terreinen van het leven moet beïnvloeden.