In de brief aan de christenen in Efeze lezen we over de geestelijke strijd die we voeren (Ef. 6:10-17). Paulus zegt daar
Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen.
Efeze 6:12
In zijn boek Brieven uit de hel geeft C.S. Lewis ons een inkijkje hoe deze strijd er in ons dagelijks leven uitziet. Hij doet dit in de vorm van een serie brieven met instructies en aanmoedigingen. Deze zijn geschreven door de demon Schroeflik aan zijn neefje Galsem die het vak van duivel nog moet leren. Het boek is een satire. Dit betekent dat Lewis op humoristische wijze bestaande zaken uitvergroot en in een ander daglicht zet. Dat helpt ons om er met een frisse blik naar te kijken en zet ons hopelijk aan het denken. Het is dus geen beschrijving van hoe het er in de hel aan toe gaat. Het is een tot het eind toe volgehouden parodie, die van ‘de andere kant’ laat zien waar het op aankomt als je christen bent.
In het boek volgen we ‘de patiënt’. Dit is een heel gewone jongeman die een heel gewoon leven leidt in Groot-Brittannië aan het begin van de Tweede Wereldoorlog. Hoewel het boek zich in zo’n bijzondere tijd afspeelt, zijn de keuzes waarvoor de patiënt komt te staan behoorlijk alledaags en herkenbaar. De gebeurtenissen uit de oorlog spelen slechts zijdelings een rol in het verhaal.
Je zou kunnen zeggen dat het verhaal zich op meerdere plekken afspeelt: niet alleen in het Groot-Brittannië van begin jaren ’40, maar ook in de ziel van de patiënt. We krijgen een uniek inkijkje in hoe zijn ziel bespeeld wordt door verleidingen, ideeën, vrienden, gezinsleden, gewoontes etc.
We lezen dit boek niet om je bang te maken voor allerlei demonische invloeden. Daar is het boek zelf ook veel te nuchter voor. Maar ik hoop dat het boek je aan het denken zet. Waardoor laat jij je beïnvloeden? Welke gebeurtenissen, vrienden, familieleden, gedachten, ideeën en gewoontes vormen jouw leven en je relatie met God? Ook al lijkt je leven maar heel gewoon, saai en alledaags, de keuzes die je maakt doen ertoe. En het helpt om je leven te bekijken vanuit het licht van de eeuwigheid. Dat zet alles in een ander perspectief.
Overzicht van de personages in het boek
Schroeflik
Een oudere, ervaren demon die veel weet van de menselijke natuur en niets liever wil dan hun ondergang bewerken.
Elke brief in het boek is door Schroeflik geschreven aan zijn neefje Galsem. We horen het verhaal dus van zijn kant. Bij tijden kan hij heel belerend tegen zijn neefje spreken en toont hij weinig geduld met diens onverantwoordelijke gedrag. Hij laat graag merken wie er de baas is.
Schroeflik maakt deel uit van het bureaucratische systeem dat heerst in de hel. Hij is bekend met alle wetten en reglementen die daar gelden. Over God spreekt hij als ‘de Vijand’, over de duivel als ‘Onze Vader in de Diepte’.
Galsem
Het incompetente neefje van Schroeflik waar Schroeflik de mentor van is. Het is de taak van Galsem om te zorgen dat de patiënt terecht komt in de hel. Galsem is onverantwoordelijk, onvolwassen en lui. Hij komt steeds in de verleiding om de makkelijkste oplossing te kiezen en is onverbeterlijk optimistisch over de goede afloop van zijn keuzes. Dit ondanks het feit dat Schroeflik hem steeds wijst op zijn onvolkomenheden en blunders en hem aanspoort beter onderzoek te doen naar de patiënt.
De patiënt
Een gewone jongeman, niet bijzonder getalenteerd maar ook niet dom. Hij is bedachtzaam, eerlijk, oprecht en zich bewust van zijn zwakheden. Met elke verleiding die hij succesvol weet de weerstaan, groeit zijn vertrouwen en zijn geloof. Zijn overpeinzingen over het geloof en de dingen die hij als gevolg daarvan doet, vormen het onderwerp van de brieven tussen Schroeflik en Galsem.
De verloofde van de patiënt
Een aardige, vriendelijke en aantrekkelijke jonge vrouw. Ze is een toegewijde gelovige en komt uit een gastvrij en liefhebbend gezin dat de patiënt liefdevol opneemt in hun midden. Schroeflik heeft een diepe hekel aan haar en aan alles waar ze voor staat. Ze is het type vrouw dat hij in de oudheid het liefst aan de leeuwen had gevoerd. Haar enige zwakheid waar Schroeflik aan durft te komen is haar vernauwde blik op het geloof. Maar deze vernauwde blik komt voort uit onwetendheid, niet uit trots of hoogmoed.
De moeder van de patiënt
De patiënt leeft samen met zijn moeder in één huis. Hoewel ze hem heeft opgevoed met het christelijke geloof brengt zijn bekering spanningen in hun relatie teweeg. De moeder is geobsedeerd door (gezond) eten. Dit leidt tot verwijdering tussen haar en haar familie.
De Vijand (God)
God wordt neergezet als een alomtegenwoordig en machtig wezen, in staat om ‘menselijk ongedierte’ lief te hebben. Iets waar Schroeflik zich niets bij kan voorstellen. God is verwikkeld in een strijd met de duivel over de zielen van de mensen. Hij onderscheidt zich daarbij van de duivel omdat Hij aandacht besteedt aan hun gedachten, behoeften en zorgen. God heeft de mensen de mogelijkheid gegeven om te kiezen. Dit is het terrein waarop Schroeflik en zijn kompanen proberen om voet aan de grond te krijgen bij mensen.
Onze Vader in de Diepte (de duivel)
De duivel, aanbeden door Schroeflik en de andere demonen, is niet in staat om Gods liefde voor zijn schepping te begrijpen. Hij beweert dat hij de hemel op zijn eigen initiatief heeft verlaten en dat andere verhalen hierover niet meer dan geruchten en verzinsels zijn. Hij wil zoveel mogelijk mensen veroordeeld zien te krijgen tot de hel door de menselijke natuur te bespelen. Er is in de hel geen liefde, ook niet van de duivel voor zijn demonen. Er heerst daar een voortdurende competitie en machtsstrijd waarin het gaat om eten of gegeten worden. En een heel ver doorgevoerde bureaucratie.
Kwuilkwap
Hoofd van het opleidingsinstituut voor jonge verleiders. Schroeflik vindt hem onbekwaam.
Glijmpek
Demon die is aangesteld over de moeder van de patiënt. Komt weinig voor in het verhaal. Het is zijn taak om onenigheid te creëren tussen haar en haar zoon. Hij zorgt er ook voor dat ze zo in beslag genomen wordt door haar dieet en alles wat daarbij komt kijken dat dit een probleem vormt voor haar omgang met familieleden.
Slopdrimmel
Jonge, vrouwelijke demon aangesteld over de verloofde van de patiënt. Boekt bijzonder weinig succes in haar pogingen om de jonge vrouw tot een serieuze zonde te verleiden.