Net als je denkt dat er geen einde komt aan alle ellende, lijden en kwetsbaarheid die Tish weet te omschrijven naar aanleiding  van de Completen komen we aan het eind van dit gebed deze zin tegen: bescherm wie blij zijn. En daar pakt Tish onze derde pijler van veerkrachtig geloven prachtig op. Die derde pijler zegt: Hulp is onderweg! Je staat er niet alleen voor. God wil je helpen. Hij doet dat langs de weg van hoop, vreugde en dankbaarheid.

Hoop
In hoofdstuk 12 schrijft ze over deze drie dingen. Eerst een prachtig, kwetsbaar verhaal over haar nieuwe zwangerschap na twee miskramen. Hoe ze wil hopen en tegelijkertijd niet durft te hopen dat het deze keer goed zal gaan. ‘Hopen is ‘genade oproepen’. Het is geen naïef optimisme. Hoop geeft toe dat we kwetsbaar zijn. Het gaat er niet van uit dat God alle slechte dingen voorkomt, maar het gaat ervan uit dat er voor ons verlossing, schoonheid en goedheid zullen zijn, wat er ook in het verschiet ligt.’ (blz. 169)
Hoop helpt ons om onszelf toe te staan weer vreugde te ervaren en onszelf bloot te stellen aan de mogelijkheid van pijn. Zonder hoop durven we niet meer blij te zijn.

Vreugde
Tish omschrijft vreugde als een rivier. Geen rivier zoals wij die in Nederland kennen (die gevoed worden door regen en smeltwater uit de bergen), maar een rivier die gevoed wordt door honderden eeuwenoude ondergrondse bronnen. Hoe droog het ook is, deze rivier heeft water. Het heeft een diepe onderstroom die het nooit laat afweten.
Vreugde is meer dan simpelweg blijdschap of gelukkig zijn. ‘In de diepste beproeving, als nergens iets van geluk te vinden is, houden de waarheid, goedheid en schoonheid uit onze gelukkigste momenten niet op om echt of betrouwbaar te zijn. Als goede gaven verloren gaan, blijft de Gever - en de Gever is de diepste bron van vreugde’ (blz. 172).

Dankbaarheid
Vreugde kunnen we oefenen, maar dat is niet hetzelfde als optimisme. Als we vreugde oefenen openen we onszelf bewust en regelmatig voor Gods onvoorwaardelijke liefde (blz. 174). Daarmee leren we om heel ons bestaan te zien als een geschenk. Daarom is vreugde oefenen onlosmakelijk verbonden met oefenen in dankbaarheid. En dankbaarheid leert ons om het leven te ontvangen als een geschenk, ongeacht wat ons te wachten staat.

Hulp is onderweg!
Zo ontdekken we dat we veerkrachtig kunnen geloven ook in perioden van lijden en kwetsbaarheid in ons leven. Want hulp is onderweg! We leren langs de weg van de hoop, de vreugde en de dankbaarheid om ons steeds opnieuw open te stellen voor God, om steeds opnieuw Zijn liefde te ontvangen en te ervaren en om het leven te aanvaarden als een geschenk. Om de Gever van dat geschenk te zien. Wat er ook gebeurt, we staan er niet alleen voor!

Vragen om over na te denken

Hoofdstuk 10: Op welke manieren heb je God ervaren als een trooster? Hoe lijkt die troost op of verschilt die van wat je van nature verwacht of denkt over troost?

Hoofdstuk 11: De schrijfster vertelt over hoe het evangelie zelf ons beproeving brengt. Heb je dat zelf zo ervaren in je leven of bij iemand anders die je goed kent? Hoe vertrouw jij of degene van wie je houdt God of worstel je met vertrouwen te midden van de beproeving?

Hoofdstuk 12: Heeft vreugde ooit ‘risicovol’ gevoeld voor jou? De schrijfster zegt dat ze, vanuit zelfbescherming, vaak zichzelf verbiedt om blij te zijn. Herken je dat? Waarom wel of niet? Hoe kies je voor vreugde ondanks of zelfs vanwege het risico dat daaraan verbonden is?

Hoofdstuk 13: De schrijfster zegt dat het christelijk geloof waar is, maar meer als een gedicht dan een artikel uit een encyclopedie, in die zin dat onze ervaring van het geloof ambiguïteit en complexiteit met zich meebrengt. Lees je de Schrift zo en zie je je leven in Christus ook zo? Hoe verandert deze visie op de waarheid van het christendom de dingen voor jou?

(De vragen zijn overgenomen uit het boek. Voor meer vragen en ook enkele oefeningen zie blz. 203 t/m 207)