Deze maand lezen we de hoofdstukken 4 t/m 7 uit Liturgie van het alledaagse. Een boek waarin Tish Warren ons aan de hand van een doorsnee dinsdag meeneemt door het alledaagse leven en wat dat ons te zeggen heeft. In deze hoofdstukken staan we stil bij het verloop van de dag en de lunch. Aan het eind is er voor wie wil een vragenlijst om je eigen dag door te nemen.

 

 

 

Gedachten bij het verloop van de dag en de lunch…
Voor veel van ons een moment dat misschien wel herkenbaarder is dan je zou willen: je hebt een drukke planning voor die dag die in de war geschopt wordt. Je bent je sleutels kwijt ( of je auto start niet, je trein heeft vertraging, je computer start niet op, de mogelijkheden zijn eindeloos!). Paniek! Je hele planning stort als een kaartenhuis in elkaar. 

Tish laat ons zien hoe zij dan reageert en wat dat zegt over haar (on)vermogen om om te gaan met het verlies aan controle dat ze dan ervaart. Als ze wat dieper daar naar kijkt, ziet ze hoe ze gewoontes heeft ontwikkeld om de controle vast te houden of zelfs om te proberen Gods rol over te nemen in haar leven. En hoe ze kan reageren met woede of frustratie als blijkt dat ze veel minder controle heeft over haar dag (en dus over haar leven) dan ze dacht of zou willen.

Ook over haar lunch denkt Tish na. Eten is belangrijk. Het voedt en verzorgt ons lichaam en het is ook een moment om samen te zijn. Vooral als er iets te vieren is, komen we graag samen met familie en vrienden om te eten. Soms worden de herinneringen aan zo’n maaltijd nog lang met elkaar opgehaald. Weet je nog…

Maar er zijn ook heel veel alledaagse maaltijden. Maaltijden die we in ons eentje aten, maaltijden die we ons niet meer kunnen herinneren. Toch hebben ook die maaltijden ons gevoed en verzorgd. Zo is het ook met ons geloof: soms zijn er hoogtepunten in je geloof waar je nog jaren later de herinnering zó aan op kunt halen. Maar er zijn ook heel veel zondagse preken, studies, overdenkingen, ontmoetingen en gesprekken die je je niet meer kunt herinneren. Geloof is niet altijd spectaculair. Meestal is het juist heel alledaags. Maar ook al die alledaagse, gewone dingen in het geloof die je steeds opnieuw gehoord en herhaald hebt, hebben je gevormd en gevoed. 

De ruzie met haar man herinnert Tish eraan hoe belangrijk het is om juist met de mensen in je directe omgeving de vrede te bewaren en hoe moeilijk dat soms kan zijn. Want je kent al hun irritante trekjes en gewoontes en zij die van jou… En je moet ook met ze omgaan op de momenten dat je net moe, druk of afgeleid bent. 

In het laatste hoofdstuk dat gaat over werk haalt Tish de 14e eeuwse monnik Walter Hilton aan (bladzijde 95). Hij schetst een middenweg tussen werken als Martha (waarbij je te veel belang hecht aan je werk) en leven als Maria (waarin je aan het gewone werk lijkt te willen ontsnappen door je te richten op ‘de dingen van God’). De juiste weg, volgens Walter Hilton, is de derde weg: de middenweg tussen Martha en Maria. Een gemengd leven waarin de activiteit van Martha gemengd wordt met de ‘reflexiviteit van Maria’. Op zo’n leven moet je oefenen, je krijgt het niet vanzelf.

Voor wie verder wil…

De rode draad die door alle hoofdstukken die we tot nog toe gelezen hebben loopt, is dat ons leven zich grotendeels afspeelt in het alledaagse. En dat alledaagse wordt gevormd door onze gewoontes. Die gewoontes kunnen zo ingesleten zijn dat we niet eens weten waar we nu eigenlijk onze dag en onze tijd aan besteden. Maar ze vormen ons wel. Daarom kan het goed zijn om eens een Liturgisch Examen te doen. We lazen hier eerder over in het boek Je bent wat je lief is (bladzijde 69). Tish heeft hiervoor een vragenlijst ontwikkeld die je daarbij kunt gebruiken.

Liturgisch Examen:

  • Welke activiteiten en handelingen doe je regelmatig in een week? Hoeveel tijd besteed je daar aan? Noem drie of vier activiteiten en hoeveel tijd je daar aan besteedt.
  • Als je kinderen hebt: hoe en waaraan besteden zij hun tijd? Noem ook hierbij drie of vier activiteiten en hoeveel tijd ze kosten.
  • Wat doe je in de eerste twee uren van je dag? Hoe geeft dat vorm aan de rest van je dag? Hoe wordt je zelf gevormd door deze gewoontes?
  • Wat doe je met de laatste twee uren van je dag? Hoe vormt deze gewoonte jou? Hoe zou je je kunnen ‘overgeven’ aan God aan het eind van de dag? Op welke manieren verzet je je tegen deze overgave aan het eind van de dag?
  • Overdenk de dag van gisteren. Waar heb je je tijd aan besteed? Probeer zo specifiek en gedetailleerd mogelijk te zijn.
  • Wat zijn volgens jou de meest belangrijke gewoontes of rituelen in je leven? In je dag? Zonder welke activiteit voelt je dag of je leven niet compleet? Dit kunnen ook heel alledaagse gewoontes zijn zoals een kop koffie of een wandeling. Hoe vormt deze gewoonte jouw dagelijkse routine? Hoe vormt deze gewoonte jou en je leven?
  • Zijn er gewoontes waar je naar grijpt als je verdrietig, boos of gekwetst bent? Hoe vormen deze gewoontes jou? Hoe vormen ze jouw kijk op God?
  • Denk aan de meest krachtige gewoontes in onze cultuur. Welke van die culturele gewoontes wil je omarmen? En welke hoop je te vermijden?
  • Als je kinderen, kleinkinderen, petekinderen of neefjes of nichtjes hebt, door welke culturele krachten zou je willen dat ze NIET gevormd worden? Wat zijn de liturgieën die je wel wenst voor de vorming van hun gewoontes en rituelen? Deze vraag kan je helpen om te ontdekken wat jij waardevol of juist alarmerend vindt over de gewoontes van de cultuur waar je in leeft.
  • Zijn er rituelen in jouw dag die angst, ongeduld of afleiding bij jou opwekken of bevorderen?
  • Waar zie jij sporen van christelijke aanbidding in je dag? Welke rituelen helpen je om Gods werk in jouw dag te omarmen?
  • Welke momenten of taken in je dag vind je het meest energievretend en/of ontmoedigend? Noem er één of twee.
  • Welke momenten of taken in je dag vind je heel bevredigend en/of opwindend? Noem er één of twee.

Laat je niet ontmoedigen als uit je inventarisatie blijkt dat je heel veel tijd kwijt bent aan alledaagse dingen. We hoeven niet op zoek naar een leven vol opwinding en avontuur. Zo’n leven is onmogelijk en uiteindelijk ook heel vermoeiend. 

Vraag je in plaats daarvan af: als mijn leven bestaat uit zoveel alledaagse, gewone dingen hoe kan God me dan in die taken en gewoontes ontmoeten, vormen en me leren om Hem en anderen daardoor lief te hebben? Kijk eens opnieuw naar je dag en naar de dingen die je doet maar nu door de ogen van God. Durf te geloven dat de alledaagse dingen in je leven er toe doen voor God, dat ze een uitdrukking zijn van Gods goedheid en liefde op een heel concrete manier.

Leef in het besef dat alles wat je doet - zelfs het meest alledaagse als de afwas - heilig is, het is sacramenteel, een manier om God te ontmoeten. We aanbidden God in en door de alledaagse dingen van ons leven.

"De moed die nodig is om te geloven dat een alledaags leven nog steeds een betekenisvol leven is en de genade om te weten dat zelfs wanneer ik niets gedaan heb dat krachtig is of groots of zelfs maar interessant, dat de Heer me ziet en van me houdt en dat dat genoeg is."
Tish Warren