Ik lees de krant en ik ben bang. Bang dat er oorlog komt. Bang dat de prijzen omhoog gaan. Bang dat er morgen iets naars gebeurt.

Ik kijk tv en ben bang. Bang dat er weer niets leuk is op de 120 kanalen van mijn afstandsbediening. Bang dat ik een aflevering mis van die serie. Bang dat mijn favoriet niet wint in de kwis, de show of de wedstrijd die ik kijk.

Ik loop over de straat en ben bang. Bang dat ik raar gevonden wordt, bang dat de bus al weg is, bang dat er bij mij ingebroken wordt.

De hele wereld om me heen schijnt alleen maar dat ene woord te echoën. Ik begin steeds meer te begrijpen dat iedere keer dat er een engel naar ons gestuurd wordt “Niet bang zijn!” het eerste is dat uit hun mond komt.

Laten we eens een experiment doen. “

Iedere keer als je de krant openslaat of nieuws kijkt en je bang wordt, zeg dan tegen jezelf “Niet Bang zijn! God stuurt Goed Nieuws.”

Iedere keer als je op straat loopt te piekeren, zeg dan tegen jezelf “Niet Bang zijn! God stuurt Goed Nieuws.” Er komt een volgende bus; de hele wereld is raar, dus ik ook; waarom zou er ingebroken worden, de deur is op slot.

Aan die tv kan je weinig veranderen, hoogstens eens een keer uitzetten en rond de tafel eens een spelletje spelen met de mensen waar je van houdt. Ook dat kan Goed Nieuws zijn.

Vandaag is te mooi om bang te zijn, toch?